Stel de DGA heeft een holding met meerdere werkmaatschappijen, in een fiscale eenheid en er ook nog een artikel 403 verklaring is afgegeven en actief is. Met de artikel 403 stelt de moedermaatschappij zichzelf verantwoordelijk/aansprakelijk voor de vorderingen die de bank heeft op de dochtermaatschappij(en). Als ‘tegenprestatie’ ontvangt de klant dan vaak een saldo compensatieregeling waarin verschuldigde debetstanden/rentes binnen de Groep worden verrekend met tegoeden c.q. creditstanden/rentes. Dit betekent dat je over je tegoeden een hoge rente krijgt. Dit kan ‘zo maar’ het resultaat van één van de dochtermaatschappijen positief beïnvloeden.
En dan benoem ik nog niet eens de persoonlijke borgtocht die bij een bank is afgegeven of het recht van de seperatisten!
Weet ook dat pensioenrechten op de BV balans risicodragend vermogen is!!
In deze tijd is het volgende scenario niet ondenkbaar:
Een werkmaatschappij draait onverwachts minder omzet, er ontstaat uiteindelijk een liquiditeitsprobleem. Bij de belastingdienst wordt niet, althans niet tijdig een betalingsonmacht aangevraagd.
Een andere werkmaatschappij kan haar rentelast bij de bank niet meer dragen door achterblijvende omzetten. Artikel 403 is actief.
De DGA komt in een ongewenste financiële cascade terecht.
Als de holding dan niet voldoende liquide is kan deze ook failliet gaan en daarbij is een persoonlijk faillissement van de DGA niet onrealistisch.
Oja, de curator vordert ook het geleende bedrag vanuit de BV aan de DGA terug, oeps, dat was even niet voorzien. En ook niet te vergeten de boedelschulden die ontstaan, omdat bepaalde kosten ook na faillissement gewoon nog doorlopen.
Kortom:
Check daarom regelmatig uw risico status in relatie met uw Pensioen met een financieel pensioen specialist. En herzie uw risico positie waar nodig. Zeker als er over en weer vorderingen zijn afgegeven.
Wilt u meer informatie?
Neem dan telefonisch of via mail contact met ons op.
Adeor Bedrijfsadvies